Effect petities op politiek is nul
Elke week staat de Tweede Kamer klaar om petities van burgers in ontvangst te nemen. En dat is het. „De Kamer staat niet te trappelen om burgers op deze manier invloed te laten uitoefenen.”
Wekelijks trekken politici een uurtje uit om kritische burgers in het Tweede Kamergebouw te ontvangen en aan te horen. Op deze dinsdagen nemen zij ook petities in ontvangst. Burgers bieden die aan in de hoop daarmee invloed uit te oefenen op de politieke agenda of anderszins door te dringen in politiek Den Haag. Maar hebben burgers met dit eeuwenoude petitierecht nog wel een daadkrachtig instrument in huis?
„Een petitie heeft geen formele status en is daarom heel vrijblijvend,” vertelt Jerome Scheltens van het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP). „Ik denk niet dat alle petities even uitgebreid worden bekeken. Maar ze hebben zowel een belangrijke signaalfunctie als een symbolische functie.”
Het petitierecht is één van de oudste rechten in de Nederlandse Grondwet. Een petitie is een politiek verzoekschrift waarmee kritiek kan worden geuit op het beleid. Hij wordt – vaak met zoveel mogelijk handtekeningen – aangeboden aan de Kamer- of commissievoorzitter.
Vorig jaar werden er 109 petities aangeboden. Over de laatste twintig jaar gezien waren het er gemiddeld 86 per jaar. Over wat er na aanbieding mee gebeurt wordt niets gedocumenteerd, het is niet bekend.
Logisch, vindt Reinder Rustema, docent media aan de Universiteit van Amsterdam en webmaster van www.petities.nl. „De Tweede Kamer wil niet laten zien wat ermee gebeurt omdat dan pijnlijk zichtbaar wordt dat er niets mee gedaan wordt. Petities worden beleefd in ontvangst genomen en dat is het dan”, aldus Rustema. „Een volksvertegenwoordiger denkt pragmatisch; hoeveel aandacht, hoeveel stemmen levert mij dit op? Ze doen gewoon mee in het toneelstuk.”
Met zijn website petities.nl streeft Rustema ernaar om het petitierecht nieuw leven in te blazen als methode om onderwerpen op de politieke agenda te krijgen. „Zonder dat daar een mediahype aan vooraf moet gaan”. De website bestaat nu ruim twee jaar en wordt dagelijks door een paar honderd internetgebruikers bezocht. Twee succesvolle petities heeft de website tot nu toe opgeleverd: één over open source en standaarden bij de overheid en een over het giftige Sint Jacobskruid.
In het Parlementsonderzoek 2006: Binnenhof van binnenuit (april 2007) concluderen de politicologen Rudy Andeweg (Universiteit Leiden) en Jacques Thomassen (Universiteit Twente) dat Kamerleden geen hoge pet op hebben van burgers. Een grote meerderheid vindt dat burgers vooral aan hun eigen belang denken. En ze denken dat burgers weinig politieke kennis hebben. „Het effect van petities op de politieke agenda is nul,” meent Andeweg. „Het parlement staat niet te trappelen om burgers op deze manier invloed te laten uitoefenen.”
Johan Remkes, voorzitter van de Commissie voor Verzoekschriften en Burgerinitiatieven, waardeert het petitierecht maar bevestigt het beperkte effect. „Het is belangrijk om te horen hoe de burgers en maatschappelijke groepen over bepaald beleid denken. Het punt is alleen: in de coalitiesystematiek van ons land is er weinig ruimte om gehoor aan deze kritieken te geven. Dat komt door een gebrek aan dualisme. Het ontbreekt ons aan politieke ruimte om er iets mee te doen. Het kabinet heeft zijn plannen immers al gepresenteerd en zij zal niet snel overstag gaan.”
Ook Andeweg en Thomassen concluderen dat Kamerleden een discrepantie zien tussen het ideaalbeeld (dualisme: de Kamer staat tegenover het kabinet), en de feitelijke verhouding (monisme: kabinet plus regeringsfracties staan tegenover de oppositie).
Niesco Dubbelboer, voorheen PvdA-Kamerlid, vindt dat de petitie „een krachteloos instrument” is geworden. Dubbelboer zette zich als Kamerlid actief in voor democratisering en was initiator van het burgerinitiatief. „Ik kan me in de vier jaar tijd dat ik Kamerlid was geen petitie herinneren die binnen de fractie zodanig gedomineerd heeft dat ik ’m mij herinner. De petitie is een versleten instrument dat gemoderniseerd moet worden en meer impact moet krijgen.”
Hij noemt het burgerinitiatief effectiever. Dit is niet alleen maar een verzoekschrift aan de Kamer om iets op de politieke agenda te zetten, maar een al uitgewerkt voorstel. „De nadelen daarvan, zijn de hoge eisen die eraan gesteld worden.” Dubbelboer doelt op de minimale eis van ten minste 40.000 handtekeningen waarmee het voorstel vergezeld moet gaan. Daarnaast mag het in de laatste twee jaar niet in de Kamer aan de orde zijn geweest. „Vanaf 1.500 handtekeningen zou een onderwerp al aandacht moeten krijgen in de Kamer”, vindt Dubbelboer.
Ook Scheltens van het IPP denkt dat het burgerinitiatief meer kans op effect heeft. „Het is een soort petitie-plus. Het dwingt af dat de Kamer het in behandeling neemt.”
„Dat is wel waar,” bevestigt Rustema, „maar door deze verplichting is het ironisch genoeg niet makkelijker geworden, maar juist moeilijker. De lat wordt zo hoog mogelijk gelegd, om burgers te ontmoedigen.” Niet zonder reden: slechts een kwart van de Kamerleden denkt dat de democratie beter zou functioneren als burgers meer invloed zouden krijgen in het besluitvormingsproces, zo blijkt uit het Parlementsonderzoek.